Beschrijving
Wat valt er nu te vertellen over die 3 draadjes van de dynamo naar de spanningsregelaar. Eenvoudiger kan niet. Dat valt toch tegen.
In de beginjaren van de Traction worden er in een enorm tempo wijzigingen doorgevoerd aan de stuurinrichting, de uitlaat, de wielremcilinder, het veersysteem, etc. Kortom de Traction was nog lang niet uitontwikkeld en onvoldoende getest om op de markt te brengen.
Ook het elektrisch schema ontkwam niet aan de veranderdrift. Van 1934 tot 1939 zijn er zeven verschillende schema’s. Van 1945 tot 1957 zijn er maar twee. Van vóór en ná 1952.
In de eerste jaren was er geen aparte dynamokabelboom. De draden, twee voor de dynamo en één van het startmotorcontact liep helemaal linksom, staken bij de radiateur over naar de rechterzijde en dan weer terug naar de dynamo en de startmotor. Elektrisch gezien een slechte keuze. De draden, met voor die tijd grote stromen van 20 A, waren onnodig lang en hadden dus overbodige interne verliezen door de weerstand. Tot 1939 werd de zgn drie-borstel dynamo gemonteerd. Het “kastje” op dit type dynamo wordt vaak ten onrechte aangezien voor spanningsregelaar, maar dat is het. Het bevat slechts een relais om de verbinding tussen batterij en dynamo te verbreken, zodat de batterij niet de dynamo gaat aandrijven als elektromotor.
Vanaf 1945 wordt de dynamo zoals we die nog kennen geplaatst met een heuse spanningsregelaar met drie functies. Citroën heeft drie merken dynamo: Ducellier, Paris Rhône en van Citroën zelf. Voor het eerst is er dus een aparte dynamoboom met het 2-pens aansluitblokje op het schutbord onder de spanningsregelaar. In dit boompje zit tevens de draad die de batterijspanning van het startcontact naar de Ampèremeter van spanning voorziet. Met alle wijzigingen in 1952 verandert er niets aan de dynamokabelboom. Tenslotte wordt in april 1954 nog een vereenvoudiging doorgevoerd. Het 2-pens blokje verdwijnt. De dynamokabelboom bestaat slechts uit drie draden: veld, massa en DYN en verbindt de dynamo rechtstreeks met de spanningsregelaar. De draad in de dashboardboom van de ampèremeter naar het 2-pens blokje wordt verlengd en direct op het startcontact bevestigd. Vanaf nu is de uitvoering van de dynamokabelboom zonder 2-pens blokje.
Het verschil in lengte van een kabelboom voor een 11BL tov een 11BN is zo minimaal, dat hiervoor dezelfde kabelboom kan worden gebruikt. Wel levert SKS de kabelboom iets langer dan het origineel. Veel Tractions rijden inmiddels met een andere spanningsregelaar en soms zitten een of meer aansluitingen aan de bovenkant van de regelaar. Aan de andere kant van de dynamo is ook wat meer lengte zodat deze vrij in de lucht kan hangen zover mogelijk los van het dynamohuis, het spruitstuk, radiateur en de uitlaat bocht.
De dynamo kabelboom voor de 15-Six is wel veel langer omdat het motorblok langer is, maar ook de dynamo bevindt zich op een andere plaats.
Tenslotte nog iets over de slijtage en levensduur van bedrading. Draadbomen slijten door interne opwarming tgv de stroom die er doorheen loopt. Dat is onvermijdbaar. Maar slijten ook door invloeden van buitenaf. De temperatuur waar de draad aan wordt blootgesteld doet de isolatie verdrogen en uiteindelijk afbrokkelen. Dit laatste is te voorkomen. Vaak ligt de dynamodraadboom bij de drie aansluitingen op het huis van de dynamo en dit kan behoorlijk warm worden, zowel weer van binnenuit door de werking van de dynamo, maar ook door de warmteafgifte van het spruitstuk, de uitlaatbocht en de radiateur. Zet de dynamoboom met kabelbinders zo vast dat deze nergens contact met deze warmtebronnen maakt en daar zover mogelijk vandaan blijft. Je verlengt de levensduur van de kabelboom er aanzienlijk mee.
Zekeringen toegevoegd
SKS levert alle dynamobomen voor de Traction in twee opties: 100% gelijk aan het origineel of een versie met zekeringen.
Het gaat dan om een hoofdzekering. Als de motor niet loopt, of stationair loopt, dan levert een gelijkstroomdynamo een te lage spanning. De spanningsregelaar verbreekt dan de verbinding tussen dynamo en accu. In deze situatie is de batterij de stroomleverancier. De hoofdzekering wordt geplaatst in de draad van de contactschakelaar op de startmotor. Bij de dynamokabelboom na 1954 (zonder blokje) komt deze zekering in de dashboardboom.
Bij voldoende toeren gaat de dynamo wel leveren en neemt de stroomvoorziening over. Daarom wordt ook een hoofdzekering geplaatst in de draad, DYN, naar de regelaar. In geval van een sluiting tussen Plus 6 V en massa zal een of beide zekering smelten. De Traction valt dan volkomen stil, doordat er geen vonk meer is. Beter dit dan een uitgebrande kabelboom of nog erger.
De gelijkstroomdynamo levert maximaal ca. 20 A. De waarde van de geplaatste zekering is 30A.
Bij een wisselstroomdynamo is het beter de waarde te verhogen naar 40A. Een wisselstroomdynamo levert meer vermogen en na lang doorstarten zal de dynamo gelijk de batterij gaan laden met een grotere stroom.
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen